Een natuurtuin maken op Onze-Tuinen ?

Natuur
hoeft niet gezaaid,
wieden is uit den boze,
snoeien misvormt.
Mens,
plaag en hoeder,
luistert
in verwondering
naar vogels
hoog in de hemel.

De mensheid eist steeds meer leefgebied voor zichzelf op: asfalt en bebouwing gaan ten koste van de aarde, bomen, beplanting en dieren. De schepping zetten we naar onze hand ten koste van andere schepselen. Een kerktuin of andere grond behorend bij de kerk kan de natuur weer ruimte schenken door de grond een natuurlijker karakter te geven. Dat kan door:

  •  natuurlijke, inheemse beplanting (zie ook bij park)
  • aanplant van inheemse struiken en planten die bij de omgeving en de grondsoort horen
  • maaibeheer: maai het gras (of een deel ervan) minder vaak (in juni, juli, augustus en september) en voer het maaisel af, dat bevordert ‘verarming’ van de grond en daarmee de soortenrijkdom.

Als het een groter terrein betreft rond een kerk met een cultuurhistorische waarde, kunt u wellicht ook van subsidiemogelijkheden gebruik maken van het Prins Bernard Cultuurfonds (zie www.landschapsbeheer.nl , project Groene Kerkterreinen).

Vogels / vleermuizen

  • Hang nestkastjes op met verschillende openingen (28 mm voor pimpelmees, 30-32 koolmees of andere type kasten voor andere soorten)
  • Zorg voor besrijke inheemse dichte struiken en hagen zoals wilde roos, vlier
  • Zet waterschalen om te drinken en te badderen neer
  • Ruim niet alle dode takken op: zorg voor schuilplaatsen
  • Kerkuilen en vleermuizen: door het gebruik van speciale kasten en gaas kan men deze dieren een plaats in de kerk bieden

Kleine zoogdieren

  • Zorg voor takkenbossen. Ze kunnen ook als afscheiding dienen.
  • Ruim niet alle organisch afval op. Laat bladeren liggen.
  • Zorg voor stukken met wat langer gras: maai niet alles.

Kikkers, padden, salamanders, muizen

  • Vijver, minivijver (cementkuip met water), poel
  • Zorg voor plekken waar dieren onder kunnen kruipen, zoals bladerhopen

Insecten

Maak een ‘insectenhotel’ door bundels riet of planten met holle stengels te bundelen of boor in houtblokken gaten van 2-12 mm doorsnee en van 3-20 cm diep. Hang de blokken op 1-3 m hoogte op met de invliegopening naar het zuidwesten.

Bijen

Kies voor bijen aantrekkelijke planten. Kijk op www.wildebijen.nl voor goede drachtplanten.

Vlinders
Als inheemse planten zijn geliefd bij vlinders o.a.: Betonie, beemdkroon, blauwe knoop, koekoeksbloem, grote kattenstaart, leverkruid, luzerne, marjolein en tijm. Rupsen van bepaalde vlindersoorten leven van braam, wikke en distel.
Als tuinplanten zijn enkelbloemige soorten geliefd: anjer, aster, aubretia, damastbloem, distel, duizendschoon, flox, guldenroede, hemelsleutel, ijzerhard, judaspenning, lavendel, liatris, muurbloem en vlinderstruik. Let op de grondsoort en de daarbij passende planten. Voor advies zie ook www.vlinderstichting.nl en www.uwtuinvolvlinders.nl

Algemeen

  • Leg een composthoop aan, een voedselbron voor planten en dieren
  • Gebruik zoveel mogelijk natuurlijke hulpmaterialen zoals hout, zand, grind of hergebruik materiaal. Goede hardhoutvervangers zijn kastanje, eik, lariks en acacia.
  • Bemest niet met kunstmest maar gebruik compost van de eigen composthoop.

Voorbeelden van natuurtuinen:

Geschiedenis van de heemtuin

 
Thijssepark Amstelveen. Foto: Machteld Klees

Thijssepark Amstelveen. Foto: Machteld Klees

Thijsse’s Hof

De naam Jac. P. Thijsse is sterk verbonden met het ontwikkelen van belangstelling voor de natuur, denk maar aan de Verkade-albums. Ter ere van zijn 60e verjaardag, in 1925, kreeg hij een stukje grond waar hij zijn droom, een instructief plantsoen, kon ontwikkelen. Het werd de eerste heemtuin in Nederland. Nu, ruim 90 jaar later, is Thijsse’s Hof in Bloemendaal nog steeds een ‘bijdetijdse’ heemtuin waar natuureducatie een belangrijke rol speelt.

Bloeitijd
De jaren ’60 en ’70 waren een echte bloeitijd voor heemtuinen. Ze werden op veel plekken aangelegd, bijvoorbeeld in de nieuwe uitbreidingswijken bij steden. Vaak maakte een heemtuin deel uit van een schoolbiologisch centrum dat, compleet met kinderboerderij en vaak ook met schooltuinen, in de nieuwe wijk werd neergezet. Een voorbeeld hiervan is Heemtuin Presikhaaf, dat samen met de naastgelegen kinderboerderij het Natuurcentrum Arnhem vormt. Ook veel andere heemtuinen, zoals die in Rucphen en Hoofddorp stammen uit deze tijd.

Wat is een heemtuin

In een heemtuin groeien planten die van nature in dat gebied thuishoren. Per heemtuin zal het sortiment dus verschillend zijn, afhankelijk van de omgeving. Als het gaat om aanleg en beheer zijn er verschillende ‘stromingen’.

Om het omringende landschap met z’n karakteristieke wilde planten te laten zien kun je diverse biotopen aanleggen. Vaak wordt hiervoor grond aangevoerd, ingezaaid en beplant en vervolgens actief onderhouden.
Een andere opvatting is om de milieuomstandigheden en de grondsoorten geschikt te maken en dan de natuurlijke ontwikkeling af te wachten. Dit kost meer tijd maar zo’n natuurtuin ontwikkelt zich in grote lijnen hetzelfde als een natuurgebied. Een mooi voorbeeld hiervan is de Londotuin in Leersum.


Een bijzondere stijl van heemtuinieren is in Amstelveen ontwikkeld. In de parken en plantsoenen wordt de nadruk gelegd op het esthetische aspect van tuinieren met wilde planten. In samenhang met het ontwerp van deze parken levert dat een oogstrelend resultaat op.


In de praktijk zijn de grenzen tussen de verschillende opvattingen in aanpak van de heemtuin vrij rekkelijk. Vaak worden elementen zoals verfplanten, akkeronkruiden, geneeskrachtige- en keukenkruiden toegevoegd. Daarnaast wordt er steeds meer plek voor wilde planten in buurttuinen, vlinderidylles en bermen ingeruimd. Al die verschillende manieren van tuinieren leveren alleen al extra variatie op.

Waarom een heemtuin

Op dit moment zijn moestuinieren en permacultuur hip. Misschien doen heemtuinen een beetje stoffig aan, maar ooit waren ze ook hip. Heemtuinen worden nog steeds volop gebruikt voor natuureducatie en het zijn prachtige plekken waar bezoekers graag komen. Dankzij de gevarieerde begroeiing van inheemse planten is het voor insecten, vogels en andere levende have een goed toevluchtsoord.

Wie anders dan Thijsse himself kan het passend verwoorden:
Ik droom van plantsoenen, waar het publiek, oud en jong, onwetend en ingewijd, het hele jaar door gemakkelijk getuige kan zijn van wat in de loop van de seizoenen, te beginnen op 1 januari en te eindigen op 31 december op het gebied van onze inheemse planten en dierenwereld te beleven valt.”

Meer informatie:
www.stichtingoase.nl overzichtskaart met informatie over heemtuinen in Nederland.
‘Thijsse’s Hof bouwt op zijn verleden’, Roland Brakel in Oase, herfst 2013.
‘Naar meer natuur’, Ger Londo, KNNV Uitgeverij, 2010.

Tekst: Machteld Klees
Bureau Zonneklaar